In een klein dorpje, ergens in het glooiende landschap, had mevrouw van Alpen al jarenlang de reputatie van een innovatieve en soms excentrieke biologielerares. Op een heldere herfstochtend, met de warme zonnestralen die door het klaslokaal schenen, besloot ze haar leerlingen uit het zesde leerjaar een les te geven die ze zich nog jaren zouden herinneren.
Met een speelse uitdrukking, maar met een ernstige ondertoon, vroeg ze: “Klas, kan iemand mij vertellen welk menselijk lichaamsdeel bij stimulatie tien keer zo groot wordt?” Ze keek iedereen één voor één aan, nieuwsgierig naar hun reacties.
De klas viel meteen stil. Zelfs de brutale Jasper, die normaal nooit zijn mond kon houden, wist even niet wat hij moest zeggen. Het klaslokaal vulde zich met een oncomfortabele spanning.
De jonge Klaartje, bekend in het dorp om haar felle aard en assertieve houding, sprong op. Haar gezicht rood van verontwaardiging riep ze: “Mevrouw van Alpen, dit is absoluut ongepast! Ik vertel dit aan mijn ouders en de directeur zal hier zeker van horen!”
Mevrouw van Alpen, onbewogen en met een serene glimlach, herhaalde haar vraag: “Klas, welk lichaamsdeel is dat dan?”
Klaartjes ogen werden groot. Ze was vastbesloten haar punt te maken. Fluisterend tegen haar klasgenoten waarschuwde ze: “Als zij niet uitkijkt, is dit haar laatste dag hier.”
Terwijl de klas op het punt stond te ontploffen van het geroddel en de speculaties, klonk er een zachte stem vanaf de achterste rij.
Billie, de stille, studieuze jongen die niet vaak in het middelpunt van de belangstelling stond, antwoordde schoorvoetend: “Mevrouw, het is de pupil van het oog.”
De spanning in de klas vervaagde onmiddellijk en maakte plaats voor een mix van opluchting en verwondering.
Mevrouw van Alpen knikte goedkeurend. “Precies goed, Billie. Uitstekend.”
Met een glimlach en een licht opgetrokken wenkbrauw keek ze Klaartje aan:
“Klaartje, ik heb drie dingen te zeggen: ten eerste, hou je gedachten zuiver. Ten tweede, altijd je huiswerk doen. En ten derde, het leven zit vol verrassingen, soms niet de soort die je verwacht.”