De kleine Anton en zijn gezin hadden een zondagsdiner bij zijn grootmoeder thuis. Ze kwamen net iets later aan, maar dat grootmoeder niets uit.
Toen ze aankwamen vroeg oma direct of iedereen aan tafel kon gaan zitten.
Iedereen zat rond de tafel terwijl het eten werd geserveerd. Iedereen was netjes aan het wachten tot iedereen eten had. Behalve Anton. Toen de kleine Anton zijn bord kreeg, begon hij meteen te eten en dacht er niet bij na of iedereen al eten had.
“Anton! Wacht alstublieft tot we ons gebed zeggen!” zei zijn moeder met een felle stem.
“Ik hoef niet te bidden,” antwoordde de jongen grinnikend.
‘Natuurlijk wel, ben jij nou gek geworden’ drong zijn moeder aan.
“We zeggen altijd een gebed voordat we bij ons thuis eten.” Dat weet je donders goed.
‘Dat is bij ons thuis,’ legde kleine Anton uit.
“Maar dit is oma’s huis en zij weet hoe ze moet koken!”